Dr. Bosma, herinner je je eerste werkdag in Sint-Amandus?
Mijn eerste werkdag was 1 september 1995 en ik had een heel gelukkig gevoel bij de nieuwe job. Ik voelde mij welkom. Ik had vijf jaar in de psychiatrische centra Sleidinge gewerkt waar de sfeer voor mij op dat moment niet goed was. Ik was op zoek naar een job in een ander psychiatrisch ziekenhuis. Ik werd goed ontvangen in de organisatie van de Broeders Van Liefde. Ik had geen katholieke achtergrond en had gehoord dat daar veel belang aan werd gehecht, dat ik geen kans zou maken. Voordat ik officieel solliciteerde had ik een onderhoud gevraagd bij de toenmalige verantwoordelijke broeder. Het was een diepgaand, positief en constructief onderhoud waaruit de conclusie voor de toenmalige verantwoordelijke broeder was dat ik voor hem een valabele kandidaat kon zijn. Dit heeft zich dan bevestigd bij de officiële sollicitatie en de latere ontwikkelingen zoals de vraag hoofdarts te worden.
Wat zijn de opmerkelijkste veranderingen die je hebt gezien in de psychiatrische zorg gedurende jouw carrière?
Het centrum was bij mijn aantreden helemaal anders ingedeeld en georganiseerd, veel van de huidige afdelingen bestonden toen niet. Het centrum bestond uit het ziekenhuis en het PVT. Het ziekenhuis telde 478 bedden en dag- en nachtplaatsen. Het PVT telde 120 permanente bedden en ook nog 120 uitdovende bedden, voor een grote groep bewoners met een verstandelijke beperking. Iedere psychiater volgde zijn eigen patiënten in de acute Reigerlokliniek en had enkele ‘chronische’ afdelingen onder zijn hoede.
Toen ik startte was broeder Victor Quets algemeen directeur. Hij werd opgeroepen om in Rwanda te werken. Hij werd na een korte interimperiode met dokter Marc Eneman als algemeen directeur opgevolgd door dhr. Rik Ouvry.
Er was vraag naar verandering van de organisatie van het nog klassiek georganiseerde ziekenhuis. Er werd een uitgebreide bevraging gedaan van de psychiaters en de andere sleutelfiguren (afdelings- en diensthoofden van alle departementen e.a.) door Rik Ouvry en mezelf. Dit heeft geleid tot een soort visietekst de ‘Hersenspinsels’ waarin de basis gelegd werd voor de verandering die de daaropvolgende jaren plaats vond.
Rond 2010 was er sprake van artikel 97 ter voorbereiding van het latere artikel 107 van de ziekenhuiswet die het mogelijk maakte de middelen van het ziekenhuis voor een andere zorgvorm te gebruiken. Daaruit ontstond de fameuze ‘vermaatschappelijking van de zorg’ vanaf 2011 met in eerste instantie de vorming van de mobiele teams voor deskundige psychiatrische behandeling aan huis en de andere functies zoals activering. Sint-Amandus was en is samen met PZ Onze Lieve Vrouw het promotorziekenhuis voor deze hervorming. COVIAS is één van de grote en toch wel unieke realisaties met een sterke en belangrijke link met Sint-Amandus waar we trots op mogen zijn. Het netwerk NOWE is in se ook zo’n belangrijke en misschien wel unieke realisatie.
Nu kennen we de evolutie rond de crisiszorg en urgentiepsychiatrie. We waren in de context van NOWE al bezig met het zorgpad crisis maar de verwachtingen van de overheid leggen er extra druk op. Hoge eisen tegenover beperkte middelen. Daarbij is er sinds 1 januari 2025 de vernieuwde wetgeving gedwongen opname, nu beschermende observatiemaatregel (BOM) die ons voor grote uitdagingen stelt.
Wat worden de uitdagingen voor de toekomst van ons centrum?
Ons centrum kent een hele geschiedenis en een enorme evolutie. We komen van een ‘asielfunctie’ waarbij mensen gedwongen opgenomen werden en hier bleven. Ze hadden hier hun volledige leven opgebouwd met een eigen boerderij, slagerij, bakkerij, … Mensen hadden een plek en een functie, in se een vorm van arbeidsrehabilitatie waarbij ‘goed bezig zijn’ ook een helend effect had.
Dit betekende zorg voor mensen met een eerder complexe psychiatrische problematiek die geduld en tijd vraagt tegenover een algemene tendens om zorg kortdurender te maken. De zorg voor onze patiënten vraagt uiteraard deskundigheid en specialisatie maar tezelfdertijd ook aspecten als tijd, zorgdragen en empathie.
Sint-Amandus is altijd sterk geweest in het opbouwen van zulke trajecten. Misschien slaat “eigenwijs Amandiaans” daar wel op, langdurig zorgdragen en kansen blijven geven.
We evolueren steeds verder in de richting van vermaatschappelijking van zorg. Het zal daarom een uitdaging zijn de functie en de rol van het psychiatrisch ziekenhuis op een constructieve manier vorm te blijven geven. Daarbij gaat het om de professionele behandeling maar evenzeer en misschien wel meer om de accepterende, menselijke, goede zorg. Het verder afbouwen van bedden en andere zorgvormen in de plaats, dagbehandeling, campuswonen zullen wellicht deel uitmaken van deze puzzel, van deze evolutie.
Wat is voor joude betekenis van ‘goede zorg’?
Goede zorg start met het respecteren van de persoon die je voor je hebt. Je moet die persoon accepteren en waarderen met alle gevoeligheden die er daarbij op dat moment aanwezig zijn. Enkel zo kan je een lange tijd samen op weg gaan en een goede therapeutische relatie uitbouwen.
Bij sommige behandelprogramma’s liggen de instapeisen hoog en wordt er veel motivatie van de patiënt verwacht. Daardoor vallen sommigen uit de boot. Ze worden op dat moment soms afgerekend op hun kwetsbaarheid. Daarin kunnen meebewegen en kansen geven is een evenwichtsoefening, maar kan mooie resultaten opleveren. Al is die visie soms moeilijk aan te houden in een tijdperk waarin er steeds minder tolerantie en begrip is voor elkaar. Het is uiteindelijk dankbaarder voor zowel de patiënt als de hulpverlener.
Welke momenten in je carrière zijn voor jou memorabel?
De onverwachtse vraag van de toenmalige verantwoordelijke broeder van de Broeders Van Liefde hoofdgeneesheer te worden die voor mij een carrière rond beleidsvoering met zich meegebracht heeft die ik als vruchtbaar ervaren heb.
De viering van 75 jaar Sint-Amandus met een succesvol symposium “De moeilijk behandelbare patiënt” was een mooi moment.
De start van de reorganisatie van Sint-Amandus begin jaren 2000 met afdelingspsychiaters voor alle afdelingen en een meer gerichte doelgroepwerking of een werking meer gericht op functioneren.
Dit kreeg nog beter zijn beslag in 2003 na de verbouwing van Sint-Jozef voor psychosezorg waarna de acute behandelafdelingen ieder een eigen stek kregen, waaronder de Oever.
De start van de SGA, de latere IBE-afdelingen, eerst pIZa en later PARIZ, toch ook als een vorm van erkenning voor ons werk met patiënten met een complexe psychiatrische problematiek.
Het symposium 20 jaar ‘de Oever’ in november 2023 was een beloning voor het hele team.
Op welke realisatie kijk je met trots terug?
De hele omvorming die we hebben gemaakt van een klassiek gestructureerd ziekenhuis naar een ziekenhuis met een moderne werking en een moderne ingesteldheid, maar nog steeds trouw aan de kernvisie van goede psychiatrische zorg.
De ontwikkeling van de “Oeveriaanse verslavingszorg” dankzij de inzet van alle vroegere en huidige medewerkers.
De inbreng die ik had rond het uittekenen van de contouren van de vermaatschappelijking van de psychiatrische zorg. Vanuit mijn functie als voorzitter van de artsenvereniging voor de psychiatrische ziekenhuizen heb ik er mee voor geijverd dat de overheid hier ook artsen bij zou betrekken, hun rol respecteerde en dat er een fatsoenlijke honorering van de medische functie zou komen. Een hervorming van het zorglandschap zonder daarbij de psychiaters te betrekken zou nooit kunnen werken.
Natuurlijk blijven ook bepaalde casussen hangen. Zoals het traject dat we aflegden met een fiere dame die werkte in jongerenhulpverlening. Het lukte haar aanvankelijk niet haar verslaving te stoppen, tot ze toch de klik heeft kunnen maken. Van haar krijg ik nog jaarlijks een nieuwjaarskaart.
Zoals het traject dat we aflegden met een meisje, zwaar getraumatiseerd en getekend en met erg (zelf)destructief gedrag dat we alsmaar kansen hebben gegeven en proberen mee dragen. Zij stelt het nu goed en wordt nog van op afstand gevolgd.
Vanaf 1 april wordt je huidige collega-psychiater dr. Catherine Muyllaert hoofdarts. Heb je raad of advies voor haar?
Het is belangrijk dat ze zelf haar eigen weg daarin kan vinden, vanuit wie ze is en hoe ze de dingen ziet maar uiteraard ook vanuit geplogenheden vanuit de functie, vanuit de evolutie die geweest is en toekomstverwachtingen. Het is belangrijk als hoofdarts bruggenbouwer te zijn. Enerzijds arts-psychiater in de kliniek met verantwoordelijkheden daar en anderzijds hoofdarts-directielid met beleids- en management verantwoordelijkheden. Dat vraagt goed luisteren, mobiliseren, masseren, goed samenwerken … een gedeelde visie ontwikkelen en proberen realiseren.
Heb je raad voor alle medewerkers in ons centrum?
Ga op een positieve manier samen op weg. Stel je eerder nederig op en accepteer de ander voor wie hij of zij is. zo kan je samen op zoek naar het geschikte behandeltraject of beleidstraject. Als je daarop kan inzetten, krijg je het meeste voldoening. Een betrokken vorm van hulpverlening geeft het meeste rijkdom zowel voor de patiënt als voor de hulpverlener. Dit geldt uiteraard voor medewerkers in de zorg maar op een wat ander niveau ook voor de andere medewerkers met doelstellingen die niet zorggebonden zijn.
Wat zal je missen en wat zal je zeker niet missen?
Ik doe mijn werk heel graag en zal het werk en de contacten zeker missen. Wat ik niet zal missen, zijn de alsmaar drukker geworden wachtdiensten, de toenemende stroom van verwachtingen van overheidsniveau, op administratief vlak, de eerder bureaucratische verwachtingen.
Wie dacht dat het zwarte gat op je wacht nu je met pensioen gaat, heeft ongelijk, want er zijn heel wat plannen.
Ik sta op de wachtlijst bij Syntra West om te starten met een opleiding oldtimerrestauratie. Ik wil vaker harp spelen en ik heb interesse om een lessenreeks rond muziek en cultuurgeschiedenis te volgen aan het conservatorium. Ik wil mijn Frans verbeteren, eventueel Italiaans en Spaans leren. Ik werk ook graag in de tuin en last but not least zijn er onze kleinkinderen die de nodige aandacht verdienen. Ik hoef me zeker niet te vervelen.
Wie is dr. Geert Bosma
-66 jaar
-geboren in Groningen (Nederland) en de studie en de liefde gevolgd in België
-volgde artsenopleiding aan de U-Gent, gevolgd door specialisatie neuropsychiatrie in Munster-Bilzen (huidige zorggroep Myna), Antwerpen (AZ Middelheim) en het UZ Gent
-vijf jaar als psychiater gewerkt in de psychiatrische centra Sleidinge in een resocialisatie-afdeling en een afdeling verslavingszorg
-op 1 september 1995 gestart in het PC Sint-Amandus in de acute dienst “Neuropsychiatrische kliniek Reigerlo” zoals alle toen aanwezige psychiaters en de afdelingen Sint-Jozef, Sint-Amandus en de Heilige Engelen. Hij kreeg de specifieke opdracht ‘verslavingszorg’ die toen gebeurde in de P-groep en vanaf 2003 de eigen afdeling ‘De Oever’ kreeg
-van 1 december 1996 tot en met 31 maart 2025 hoofdarts.