(*) Op vraag van de betrokkenen zijn alle namen in dit artikel schuilnamen.
“Ik sla de maandelijkse bijeenkomst met de familiegroep niet graag over. Ik keer telkens terug naar huis met nieuwe inzichten. In de groep heeft iedereen zijn verhaal en niemand weet dé oplossing. Maar door er samen over te praten, vinden we lichtpuntjes.”
“De eerste stap is moeilijk. Je zit gewrongen met wat je wel en niet wil vertellen over je persoonlijk verhaal. Eens je die drempel over bent, krijg je vertrouwen in de groep. Het is de enige plek waar ik mijn verhaal doe. Jeroen is 37 en door zijn kwetsbaarheid kan hij niet meer bij ons of zelfstandig wonen. Na een turbulente periode was een gedwongen opname onvermijdelijk. Als je je eigen kind niet meer kan helpen, voel je je machteloos. Wie dat zelf niet meemaakt, kan het onmogelijk vatten. In de familiegroep heeft iedereen een ander verhaal, maar je voelt de gelijkenissen en het begrip.”
“Ik heb begrip voor mensen die deze betrokkenheid niet willen. Mijn man volgt de familiegroep niet. Hij doet wat hij kan, op zijn manier. Ik blijf zoeken naar zingeving en oplossingen voor Jeroen. Ik sta ermee op en ga ermee slapen. Iedereen kiest wat voor zichzelf het beste voelt.”
“Los van de familiegroep zijn we ook betrokken in het zorgtraject van Jeroen. Dankzij zijn zorgverleners weten we altijd waar we hulp kunnen vinden. Op de momenten dat Jeroen thuis is, mogen we hen altijd opbellen bij problemen. Ze verwijzen ons ook naar de juiste mensen. Ze helpen ons om met de situatie om te gaan en ze geven ons tips om op de juiste manier te reageren.”
“Er is maar één weg, en dat is de weg vooruit. Dankzij de hulpverlening hebben we onze weg gevonden. Er is begrip en geduld. Veel geduld. Daar zijn we dankbaar voor.”
Uit: Amandus-Magazine, editie december 2024, thema Participatie
Lees hier de online-editie van het volledige magazine.