Laat het gras maar groeien...
Naast onze prachtige bloemenweides (eentje tussen de gebouwen Sint-Pieter en Sint-Paulus en sinds kort ook één aan de straatzijde van de Reigerlostraat ter hoogte van PVT Aanwijs ), zijn er op onze campus in Beernem verschillende terreinen die we botanisch beheren. Dit wil zeggen dat we het gras er slechts één à twee keer per jaar maaien. Dat geeft nuttige insecten, bloemen en kruiden de kans om weeldig te groeien. En dat is goed voor de biodiversiteit. Om deze verwilderde terreinen er toch netjes te laten uitzien, maaien we er wandelpaadjes in en maaien we ook de randen.
Dat doen we intussen al enkele jaren zo en we proberen het aantal terreinen in botanisch beheer nog uit te breiden. Dat lukt niet altijd. Soms is de bodem niet ideaal of ziet het er gewoon te slordig uit. Het is soms dus wat trial and error. Op plaatsen waar we botanisch beheer uitproberen, zal je voortaan een infobordje zien staan. Ontdek jij de bordjes allemaal?
Ook rond alle bomen op ons terrein voorzien we sinds kort een zone waar we het gras niet meer maaien. Zo lopen de bomen geen schade op door de trillingen en het gewicht van de grasmachines.
… of gebruik het maaisel nuttig
Het maaisel van de terreinen die we slechts één à twee keer per jaar maaien, bundelen we in strobalen die we gebruiken als voedsel voor onze paarden. Een win-win dus.
De grasvlakten die we wel nog kort maaien, die mulchen we. Daarbij wordt het gras bij het afrijden fijn versnipperd over de grasvlakte. Dat creëert extra voedingsstof voor de bodem en vermijdt een berg grasafval. Sinds dit jaar maaien we het gras ook iets minder kort. Zo kunnen nuttige insecten en kleine bloemen en kruiden beter overleven. Dat extra bodemleven komt de biodiversiteit ten goede.